Als kind vond ik het niet te bevatten dat alles wat ik zag een naam had. Elke bloem, elke steen, het kleinste insectje en de grootste boom. Ik voelde een grote ontevredenheid over het proppen van de grootsheid van een boom in een kort woord als ‘eik’. Dat is wat je bent boom. Een eik van drie letters. That’s it.
Hetzelfde gebeurt bij mensen. Alles heeft een label en daarmee elke actie en gebeurtenis een verklaring. We maken zelfstandige naamwoorden van wat eerst bijvoeglijke naamwoorden, aandoeningen, gedrag en werkwoorden waren. ADHD-er, buitenlander, patiënt, leugenaar, homoseksueel. Je aandoening, gedrag, hobby, afkomst, seksuele voorkeur, baan of afkomst is je volledige identiteit geworden.
Er lijkt een eeuwige honger te heersen naar steeds meer labels om zo alles en iedereen te kunnen categoriseren. Ik kan me niet voorstellen dat labels acceptatie van de medemens bevorderen. Integendeel. Ik denk dat het ervoor zorgt dat we een ander in een hokje kunnen plaatsen om vervolgens onze verwachtingen van deze persoon te verlagen. Een gevaarlijk hokje met maar weinig openingen voor een gelijkwaardig dialoog.
Soms zit ik vast in vooroordelen, labels en subjectieve verklaringen. In de natuur lukt het mij dit los te laten. Hier is het eenvoudiger de grootsheid van het bestaan te ervaren en de beperking van een wereld in woorden voor even achter me te laten. Hoe heerlijk het kan zijn om je te beseffen dat niets bestaat om begrepen of opgelost te worden. Dat ervaren alles is wat je hoeft te doen.