Ik schreef al eens eerder over wegmisbruik: over hoe ik een fietser afsneed en deze man zich toen zo erg opwond dat ik ergens wel sorry wilde zeggen, maar tegelijkertijd moest lachen om zijn overdreven reactie.
Circa twee weken geleden kwam ik in een soortgelijke situatie terecht toen ik mij (wederom niet geheel per ongeluk) niet volledig aan de Nederlandse verkeersregels hield. Het was opnieuw een gevalletje van ‘het ken net’. Het ging als volgt:
Bij mij in de buurt heb je een wegversmalling waar een bord staat met een witte en een rode pijl, om aan te geven dat de ene kant voorrang heeft. In dit geval had mijn tegenligger voorrang, maar de auto voor mij gaf nog even gas en mak als ik ben, ging ik hier nog even achteraan. “Het ken net”, dacht ik, maar de tegenligger moest toch aardig remmen en was not amused over deze situatie: logisch, want het kost toch weer twee seconden op je HELE leven. Ik begon al langzaam met het opsteken van een zielig handje om maar te zeggen van ‘jaaaa sorry, excuses, ik weet het. Had niet gehoeven. Vrouwen achter het stuur’, tot ik zag wat voor gebaar ik tegemoet reed. Ik verwachtte zo’n wegwuivend handje, een vloekende man of maximaal een middelvinger, maar deze bestuurder in kwestie had er voor gekozen om met zijn duim en wijsvinger een L te vormen om deze vervolgens als een pistool op mijn voorhoofd te richten. Ik was met stomheid geslagen en schoot in de lach, omdat ik een nekschot wel een heel heftige straf vond voor mijn minimale verkeersovertreding en daarom niet anders kon denken dat dit een uitnodiging was voor een old school potje ‘oorlogje spelen’. Zijn blik deed echter anders denken: dit was menens.
Uiteindelijk heb ik het natuurlijk gewoon overleefd. Er zaten ook geen kogels in het geweer, maar ik heb wel met een vriendin afgesproken dat ik dit de volgende keer ook doe bij iemand die zich niet aan de regels houdt. Wellicht met een glimlachje erbij. Dat dan weer wel.