Vandaag ontstond er een klein misverstandje op het werk toen ik zei: “Ik doe het op een appeltje.” Een collega overhoorde mij en dacht dat ik het over een Macbook had in plaats van een stuk fruit. “Je hebt hier toch een HP?”
Ik keek verbaasd om en schoot toen in de lach, omdat ik het hilarisch en tegelijkertijd bloed irritant vond als ik mijn Macbook daadwerkelijk een appeltje had genoemd.
Niets is namelijk vervelender dan het onnodig inbrengen van verkleinwoorden. Ook the use of Engelse termen can be very annoying, maar vaak kan ik daar nog wel om lachen. En de meeste peoples kunnen daar ook gewoon really nothing aan doen, omdat ze so international zijn door al hun travels. Ze komen niet uit the Netherlands, maar ze zijn Citizens of the world. Bless their hearts.
Ik volgde ooit een bloggertje die elk woordje tot in het allerkleinste wist te verkleinen. Taart werd taartje, herdershond werd herdershondje en zelfs een pauze werd omgebouwd tot pauzetje.
Een bed is altijd een bed en geen bedje. Niemand is namelijk kleiner dan 4 centimeter. Alleen poppenhuizen kennen bedjes. Een ledikantje is ook niet nodig, want bij een ledikant zonder “je” denk je ook niet aan een bed voor een baby van 1 meter 70.
Verkleinwoorden zijn wel leuk om in te zetten als middel voor letterlijk kleineren en denigreren. Zo noem ik mijn moeder wel eens het oma’tje en vliegen worden vliegjes vlak voordat ik ze reanimeer. Trieste mannen zijn ventjes. Dat is de realiteit.