Vorige week noemde ik al even hoe ik van plan was te schrijven over hoe mijn moeder wel eens zegt dat ze mijn generatie niet benijdt, omdat wij zoveel ‘moeten’ en te veel keuzes hebben. Bier gooide toen roet in het eten en ik ging schrijven over belangrijkere zaken; namelijk wie je wel en niet om je heen moet willen tijdens een verhuizing. Vandaag is alles anders en ben ik nuchter, dus ik kan schrijven over moedertje lief die mijn generatie dus niet benijdt, vanwege de complexiteit die vrijheid met zich mee lijkt te brengen.
Met veel ‘moeten’ en veel keuzes hebben, doelt mama met name op het scala aan opties die mijn generatie heeft: denk bijvoorbeeld aan studiekeuze, maar ook met name aan verplichtingen die we ervaren op gebied van sporten, een sociaal leven, persoonlijke ontwikkeling etc. Ook nadat je kinderen hebt gekregen. “Dat hadden wij vroeger echt niet. Terugkijkend leek het leven toen eenvoudiger. Niet per se beter of leuker, maar wel eenvoudiger.” Die toegenomen complexiteit lijkt een bijproduct van meer keuzevrijheid.
Een vriend uit Zuid-Afrika zei eens “You live in a free country, but you aren’t free.” Daarmee bedoelde hij dat leven in Nederland, ondanks dat het een vrij land is, overladen is met regels, verplichtingen en verwachtingen. In zijn ogen leefden Nederlanders daardoor minder vrij dan de gemiddelde Zuid-Afrikaan die zich niet laat beperken door regels van bovenaf.
Ik denk hier vaak aan terug. Bijvoorbeeld wanneer ik zin heb om te dansen in de winkel waar ik veel te zelfbewust voor ben, of wanneer ik twijfel of ik ook om 09:00 uur een vaccinatie kan halen in plaats van 15:00 uur want er staat toch écht 15:00 uur in de mail, de brief én de sms die ik heb ontvangen, of wanneer ik hard moet lachen en bang ben dat anderen daar last van hebben.
Vrijheid is een breed begrip. De keuzevrijheid die we hebben in een land als Nederland is voor mij erg waardevol en ik zie deze nooit als vanzelfsprekend. Ik heb vaak mogen ervaren hoe uitdagend het leven kan zijn als je deze kansen niet aangereikt krijgt, zowel in Europa als in Afrika. Trevor Noah omschreef dit mooi in zijn boek: “People love to say ‘Give a man a fish, and he’ll eat for a day. Teach a man to fish, and he’ll eat for a lifetime’. What they don’t say is, ‘And it would be nice if you gave him a fishing rod.’ That’s the part of the analogy that’s missing.”
Het leven in Zuid-Afrika heeft mij een ander soort vrijheid laten zien: Het type vrijheid waarbij je nooit te hard kan lachen en waarbij voetbal hooligans niet bestaan omdat iedereen graag wil feesten en dus iedereen altijd voor het winnende team is. Het type vrijheid waarbij je anderen niet te serieus neemt en jezelf al helemaaaal niet. Het type vrijheid waarbij je geen verwachtingen of eisen aan de dag stelt, zodat tegenslagen je niet zullen teleurstellen.
Het type vrijheid die we overal kunnen ervaren, waar op de wereld we ons ook maar bevinden.